Geschiedenis

Bedevaart 1968
Bedevaart 1968

Door middel van opzoekingswerken in de stadsarchieven kunnen we stellen dat onze bedevaart terug gaat tot 1868. De stichters waren de heren Michielsen en Verdonck.

De populariteit van de bedevaart kende vooral zijn opmars in de oorlogsjaren (1940 – 1945) en er kort na. Zo vertrok er in 1946 een groep richting Scherpenheuvel van maar liefst 228 wandelaars. Velen maakten tijdens de bittere jaren van oorlog de belofte om, wanneer alles voorbij was, te voet naar Scherpenheuvel te wandelen voor ieders intenties.

Tijdens de oorlog was het zeker niet evident om deze tocht te ondernemen. Zo diende men toestemming te vragen om te mogen vertrekken en was het uit den boze om ’s nachts te wandelen. Uit veiligheidsoverwegingen namen de bedevaarders vanuit de Herentalsstraat de tram om in Geel de tocht verder te voet te vervolmaken. Met alle trots kunnen we stellen dat onze groep de enige was die tijdens deze woelige periode de tocht organiseerde.

Vanaf 1942 vergezelde ook pater De Laet onze groep voor een periode van 42 opeenvolgende jaren. Hij verzorgde mede de gebeden en liederen onderweg. Zo bad men negen rozenkransen tijdens de tocht heenwaarts en uiteraard ook tijdens de terugtocht. Deze werden afgewisseld met liederen en pauzes.

Om de populariteit van de bedevaart ook in de praktijk efficiënt en veilig te laten verlopen, werd een beroep gedaan op paard en kar. Tijdens de piekjaren die de bedevaart gekend heeft, waren dit er zelfs zeven tegelijkertijd. Het spreekt voor zich dat deze paarden tijdig voorzien dienden te worden van het nodige voedsel en drinken. Uiteraard maakten de bedevaarders van deze tijd ook gretig gebruik om terug op krachten te komen.

‘Onderweg zijn’ kende vroeger een heel andere betekenis dan nu. Zo kwam men bijvoorbeeld eind jaren dertig amper tien auto’s tegen op de ganse tocht. Dit maakte de bedevaart een stuk veiliger dan nu. Uiteraard voorzien we tijdens de hedendaagse bedevaarten voldoende veiligheidsmaatregelen om alles probleemloos te laten verlopen. De wegen die toen voorhanden waren, zorgden voor veel blaren en vertraging. Deze werden veroorzaakt door een combinatie van het slechte wegdek, bestaande uit vooral kasseien en zandstroken, en het standaardschoeisel van toen. Uit de technische verslagen blijkt immers dat men er twee uur langer over deed dan nu.

Vandaag de dag slapen we allen in het ontmoetingscentrum De Pelgrim. In de gloriejaren van de bedevaart was het echter niet evident om alle wandelaars te herbergen om de nacht door te brengen. Er werd hier een beroep gedaan op verschillende cafés en hotels. Er sliepen zelfs bedevaarders op stro.

Wie denkt dat het ondernemen van een bedevaart iets voor mannen is, heeft het mis. Uit verslagen is gebleken dat er doorheen de jaren steeds een gezond evenwicht is geweest  tussen mannen en vrouwen. Deze laatste fungeren als ‘koptrekkers’ om zo het tempo mee te bepalen.

Deze mooie en rijke geschiedenis wensen wij nog graag vele jaren aan te vullen met nieuwe verhalen of anecdotes. Hopelijk blijft dit een eindeloos verhaal…